Kerkgebouwen:

De eerste kerk
- De allereerste kerk (kapel), situeerde
zich in het begin van de
11de eeuw. Zij was een gift van een rijke edelman Fulpoldus uit
Ieper, waarvan zoon Teobald, kastelein was van de
Kasselrij of Zale van Ieper, maar woonde in Zonnebeke.
- De toelating tot oprichten van dit eerste bedehuis werd verleend door
Radbodus de tweede, bisschop van Doornik.
- De eerste kapel zou slechts een houten timmerwerk geweest zijn. Een eeuw
later werd dit vervangen door een gemetselde Romaanse XII-kruiskerk,
opgetrokken in bergstenen.
- Deze kerk heeft in de loop van de 14de eeuw en volgende
eeuwen, herhaaldelijk wijzigingen en verbouwingen ondergaan.
- Volgens Eerwaardige Heer Englich, de geleerde archivaris van het
bisschoppelijk archief, begon de verbouwing met de bijvoeging van kappellen die
omzeggens op de kruisbeuk geënt werden.
- De
zijgebouwen werden omgevormd tot afzonderlijke beuken, onder een dak met twee
hellingen, door een apsis met gebroken vlakken.
- De vieringtoren van de kerk stond in
het midden..

(Tekening:
Vermeulen Joris)
Tekening
van Serafin Vermote,
Beselarestraat °1818
- De tweede
Kerk;
- Na de beeldenstorm en de talrijke kerkvernielingen
was de parochie verloederd. De middelen om de kerk te restaureren
ontbraken. Het was ongeveer rond 1605-1610 toen onze dorpsheer Maximiliaan
Van der Woestync(Anna Van Huerne), met toelating van Carolus Masius, 3debisschop
van leper, de kerk op zijn kosten liet herbouwen in Laatgotische stijl met een
monumentale toren.
- Deze toren stond nu niet meer in het midden
maar aan de voorzijde. Het was een brede driebeukige kerk met in het middenkoor
en boven de toegang, mooie stenen gewelven. De toren had de stijl van de
bekende pronktorens van het westland, met een galerij en 4 hoektorentjes.
(1780)
-
- De torentrap zat ingewerkt in de
zuidoosterdrummer.
-
Op buitenmuur van de toren was een
kunstige calvarieberg aangebracht door pastoor Van Calbergh. (1784) Tot in 1914
waren in de buitenmuren verschillende grafzerken en gedenkstenen ingemetseld,
onder andere van de families Duyal, Verbrugge, Waterloos, Soete, Delfortrie,
Gryson, Delobel, baljuws en personen van de parochie.
-
- Op 9 november 1800 woedde er door gans de streek een vreselijke storm,
waardoor de naald van de kerktoren vernield
werd en op de middenbeuk viel.
Men voorzag toen
voorlopig de toren van een plat
dak. Pas in het jaar 1872 kreeg de
toren de nieuwe
naald en de vier hoektorentjes terug, naar de plannen van h.
Heynincx, bouwkundige te Brugge.
- In 1890 werd een nieuwe klokstoel geplaatst, rustend op zware
ingemetselde kraagstenen. Die nieuwe klokstoel bood meer weerstand tegen het
schommelen van de klokken.
-
- Het hoogaltaar dat er in 1914 stond, werd geschonken
door Hubrecht Waterloos. Toen de oorlog uitbrak, stond de sacristie op het punt
afgebroken en herbouwd te worden. Ze dateerde van 1745.
- Kenmerken dat vele mensen nu nog gebruiken om het
verschil te zien tussen de kerk voor de oorlog en na, is dat het uurwerk van de
kerk voor de oorlog in de
toren zat en de
vorige kerk was veel slanker.

(Foto: Vermeulen
Joris)
- De derde
(nood)kerk;
- De derde kerk, was de houten barak die na de
oorlog gedurende jaren de toevlucht was van de terugkerende parochianen. Deze
reuzenbarak was 45m lang bij 10m breed, met langs beide zijden een afgesloten
afdak van 5m breedte die in afzonderlijke vakken van 9m lengte werden
ingedeeld. Deze vakken werden als klaslokalen en bergplaatsen gebruikt, één
ervan deed dienst als sacristie. De barak was eigendom van het “Koning
Albertfonds” en de huurprijs was 600bef per jaar.
- Pastoor Kindt voorzag deze noodkerk van de meest
dringende meubelen. Hij kreeg van iemand uit Zaffelare een houten altaar. Het
St. van Menen schonk een aantal zitbanken. Hij kocht een oude doopvont voor
200bef in St. Kruis Brugge en bracht ze naar hier op 18 mei 1920. Het orgel
kwam van Jules Anneesens, orgelmaker uit Menen.
-
- De kerkgewaden, waaronder enkele kazuifels, twee
kelken (waaronder ook de ciborie die beschreven staat onder “uit de schatkist
van de kerkfabriek”), een zilveren wierookvat en kruisen zijn gered geweest
door een Duitse legeraalmoezenier en werden teruggehaald uit Izegem. De
aalmoezenier had alles afgegeven in de pastorij van Dadizele, vandaar werden ze
afgegeven bij de Paters Kapucijnen van Izegem. De paters Kapucijnen brachten
alles naar hun klooster in Brussel en daar werd alles gedurende de hele oorlog
bewaard.
-
- Pastoor Aloïs Verstraete uit Egem, een geboren
Beselarenaar, schonk een klok van 65kg aan de noodkerk. Deze werd op
Allerheiligen 1920 voor de eerste maal geluid. Ook de parochianen deden alles
om hun noodkerk van het nodige te voorzien. Op 20 april 1921 kreeg de
kerkfabriek een eerste deel van de oorlogsschadevergoeding nl.: 25000 bef,
uitbetaald door “De Hoop”. Deze maatschappij was een samenwerkende vennootschap
voor oorlogsschade.
-
- Met een deel van dat geld werden enkele beelden
aangekocht o.a. het H. Hart van Jezus en O.L. Vrouw, Sint-Jozef,
Sint-Vincentius, de H. Antonius van Padua voor 3030bef. De beeltenis van O.L.
Vrouw van Smarten en het stalleken van Bethlehem voor 1870bef.
- Na zes jaar kon de noodkerk eindelijk gesloopt worden.
Op dezelfde plaats werd in 1926 begonnen met de bouw van de pastorij en het
gemeentehuis.

(Foto: Vermeulen
Joris)
De 4de
Hedendaagse kerk
Algemene omschrijving
Parochiekerk St-Martinus Beselare.
- Georiënteerde, driebeukige, neogotische
hallekerk met
verhoogde middenbeuk.
- De kerk werd in 1922-1925 opnieuw opgetrokken ter
vervanging van de vroegere laatgotische hallenkerk die in W.O.I werd
vernield.
De kerk werd gemetseld door de firma Dujardin uit
Houtem, de architecten waren Jansens en Marstboom uit Menen.
- (Foto's:
Vermeulen Joris)
-
Voor
’14
heden
- De nieuwe kerk is dus in grote trekken herbouwd in de
stijl van de vernielde kerk. Er weren slechts enkele wijziginen namelijk:
- 1) Vroeger waren de drie
beuken evenwijdig en even hoog. Nu is de middenbeuk
merkelijk hoger dan de
zijbeuken.
- 2) De gemetselde gewelven van
het hoogkoor en de toreningang zijn vervangen door een houten tongewelf en
zoldering.
- 3) De doopkapel is dus ook
langs de buitenkant geplaatst(*)
- De kerk is gebouwd met rode Boomse baksteen, die
Walenvorm heetten, met arduinen gordels en dekstenen. Daardoor krijgt de kerk
een liefelijk uitzicht. Daar de kerk naarmate ze hoger wordt versmald, krijgt
ze een piramidale vorm.
- De kerk is 48meter lang bij een breedte van 19 meter.
De gemetselde toren heeft een hoogte van 28 meter, de spits of naald meet 22
meter, het kruis met de wereldbol en de haan 5 meter. Dat brengt dus een totale
hoogte van 55 meter.
-
Popp-kaart ca 1835
Heden
-
(Plannen:Vermeulen Joris)
Het grondoppervlak beslaat 11 are, 50 ca en is
gekadastreerd onder het nummer 340 A, sectie E
De vervanging van bakstenen overwelving in hoofdkoor
en ingang door houten tongewelf en zoldering, werd de kerk aldus naar
vooroorlogse uitzicht heropgebouwd.
Zijbeuken met recht sluiting en een koor van een
rechte travee. En een vijfzijdige sluiting. Bergplaats en sacristie
repectievelijk in N.- en Z-kooroksel. Veelzijdige doopkapel in N.-oksel
van W.-toren.
Donkere, verankerde baksteenbouw met arduinen
okselmarkering; gebruik van Euvillesteen en cement voor decoratieve elementen.
Leien
dakbedekking 
W.-toren van vijf geledingen, gestut door haaks op
elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen en afgelijnd door middel van
een borstwering tussen veelzijdige hoektorentjes met spuwer en naaldspits.
Verdiepte korfboogdeur in een geprofileerde omlijsting
met afzaat, archivolten en halfronde zuiltjes met knoppenkapiteel, eveneens het
portaal omvattend. Gekoppelde spitsboogvensters – blinde – tweelichten op afzaat.
Gekoppelde spitsboogachtige galmgaten.
Naaldspits
- Veelzijdige traptoren onder spits. Doopkapel onder
stompe spits; aflijnende segmentboogfries; gekoppelde rondboogvensters. Travee
van schip en koor geritmeerd door steurberen met versnijdingen en spitsboogvensters
op afzaat. Laatste travee. blind. O.-tuitgevels vergelijkbaar met W.-gevels.
Tegen Z.- en O.-gevels ingangsportaaltjes. De
naaldspits heeft op heden ook een doel als ruimte waar mobilofoon maatschappijen
hun antennes in plaatsen.
Mobilair

Voornamelijk neogotisch. Arduinen grafsteen van Ridder
Adrien Vander Woestine (1527) met wapenschild en acht kwartieren onder andere
van de families Woestine, Scoten, Brievere en Poorte gedateerd 1527.
Het opschrijft op de zerksteen: Adrien Vander Woestyne
- GY DEVANT
GYST NOBLE
- HOME
ANDRIEV VANDER
- WOESTYNE
ESCVIER
- SEIGNEUR
DE BESELARE
- LE QUEL
TRESPASSA LE VII
- JOUR
D’OCTOBRE A° XVC
- XXVII
Wat betekent:
- HIER
VOOR LIGT BEGRAVEN EDEL
- HEER
ADRIEN VANDER
- WOESTYNE,
RIDDER
- DE WELKE
OVERLEDEN DE 8STE
- DAG VAN
OKTOBER ANNO 1527
(Foto: Vermeulen Joris)
De
Vensters
- De buitengewoon mooie brandvensters in het hoogkoor
hebben een grote uitstraling van de kunst en kostbaarheid. Deze zijn gemaakt
door S.Coucke & Zonen van Brugge. Ze werden geplaatst in de maanden mei en
juni in 1926.


- (Foto:
Vermeulen Joris)
- Het middenvenster stelt St-Maarten(ca
2', eeuw) voor, de geliefde patroon van de kerk en de parochie. Maarten was een
soldaat die eigenlijk een afkeer had van het harde soldaten leven. Andere
soldaten lachten hem uit toen hij weeral eens al z'n geld en wat hij kon missen
aan de bedelaars had uitgedeeld. Hier onder zie je een afbeelding waar St-
Martinus z'n mantel in stukken snijd voor aan een naakte bedelaar te geven
Later zou die bedelaar Jezus gebleken zijn. Hij staat afgebeeld als ridder te
paard die een stuk van z'n mantel afsnijd, om het aan een arme kreupele te
geven. Daaronder staat de aanroeping. "St-Maarten blijf met ons tot in der
eeuwen. Het venster langs de evangeliekant draagt links de
afbeelding van Donaas of Donatianus, hij is de patroonheilige van ons bisdom.
-
-
Hij heeft een wiel in z'n handen omdat hij zo een kind dat in zee aan het
verdrinken was kon redden. De Heilige Donatieanus. Aartsbisschop van
Reims en patroon van Kathedraal en van de Stad en het bisdom van Brugge. Hij
werd in Frankrijk geboren. “ Uit redenen zijner deugden en wijsheid, op den
bisschoppelijken stoel, omtrent het jaar 370, verheven, wist hij zijn
aposteleik ambt zoo stichtend en zoo weerdig te vervullen, dat hij zijne
navolgers tot voorbeeld van heiligheid strekte”.
- ’t Was op woensdag de 14de oktober 380, dat hij
bij god zijn loon van z’n werken en de kroon van de heerlijkheid ging
ontvangen.
- De heilige Donatieanus vindt men gewoonlijk afgebeeld
in bisschoppelijk gewaad en met de mijter op het hoofd, de staf of het kruis in
de linkerhand. In de rechterhand, een wiel ringsom met brandende kaarsen.
-
- Dit laatste kenmerk uit zich op hetgeen met
Donatieanus, in zijne eerste levensjaren, voren viel. 't Gebeurde immers, zo
beweerd men, dat op een zekeren dag, een boze dienstknecht uit wraakzucht den
jeugdigen knaap in den stroom der Marne wierp. De ouders van Donatieanus, om
hun verdwenen kind terug te vinden, lieten een wagenwiel, met brandende koersen
bezet, over den snellen watervloed drijven. Het wiel, als door Gods hand bestierd, dreef tot
op de plaatse, waar de drenkeling lag, die, bij middel van dit zonderling
reddingsmiddel ontdekt, fris en gezond uit het water werd gehaald. De
overblijfselen van den H. Kerkvoogd wierden, omtrent het jaar 840, door Ebbo,
aartsbisschop van Reims, naar Vlaanderen gezonden, ten einde de woeste
gemoederen der Vlamingen te beschaven.
-
- Na ongeveer 23 jaar in Tourhout berust
te hebben, waren deze kostbare panden, op bevel van Boudewijn den ijzeren, graaf
van Vlaanderen, met grote plechtigheid naar Brugge overgevoerd. gerst bewaard
en godsdienstig vereerd in de aloude kapollo van Onze Lieve Vrouw naderhand in
de prachtige Sint-Donaaskerk herschapen, zijn de heilige relikwieën uit
ginte-Walburga's kerk, waar zij na de vernieling van Sint-Donaas door de
fransche omwontelaars, in 1799, schuilplaats vonden, overgebracht geweest, op
23- Juli 1834, naar de kathedrale kerk van Sint-Salvator, waax de heilige
Patroon godvruchtig gediend wordt als de hem~he beschermer, als de machtige
voorspreken van allen die in druk en nood verkeeren.Deze heilige was Bisschop
van Reims, een der opvolgers van Remigus die Clovis doopte.
-
- Het eerst viel het niet op, maar er staat een fout te
lezen in het raam: het moet St-DONATIANUS of St-DONAAS zijn, en geen
"DONATUS" zoals er te lezen staat.
(Foto
Vermeulen Joris)
- Maar in tegenstelling daarvan bestaat
de heilige Donatus wel als martelaar tegen de donder en de bliksem.
- Rechts naast Donatianus staat Karel de Goede;
graaf van Vlaanderen. Hij overleed te Brugge in de Sint Donaaskerk, vermoord
als martelaar. Karel de Goede was na de tijd van de Noormannen graaf van
Vlaanderen. Hij deed mee aan het openbaar gebed in de kathedraal van Brugge St
Donaas. Tussen 2 gebedstonden deelde hij aalmoezen uit aan de armen. De dienst
adel vormde een complot tegen hem waarbij de proost van St-Donaas was
aangesloten. De moord gebeurde in 1127. Hij werd als martelaar opgenomen in de
kalender van het bisdom Brugge en wordt gevierd de 2de Maart.

(
Foto: Vermeulen Joris)
- Het venster aan de epistelkant, links is de heilige Vincentius,
diaken ui Saragossa in 304 en veroordeeld werd tot martelaar.(tegen alle
besmettelijke ziektes en verzweringen) De abdij van Zonnebeke is te wijten aan
Vincentius. Zijn kapel was onze eerste kerk (1087 & 1222).
- Rechts, de kleine Theresia van Lisieux
karmelietes, beloofde de aarde met rozen te bestrooien met de vruchten van haar
lijden. Zij is de patrones van de missies.
- Als men de kerk binnentreedt valt het oog onmiddellijk
op het hoogaltaar, dat oprijst midden een sprankelende kleurenweelde, sereen in
overvloedig licht.
- Het hoogkoor of Sanctuarium bevat ook nog 2 zogenaamde
"Grisaillevensters" en 2 "quatrefeuilles".
- De hoogvensters waren op 5 april 1952 geschreven en
akkoord aanvaardt geweest voor 14.270fr. (353,74euro)
- Kleurrijk glas is altijd mooi. Gewoonlijk bestaat het
uit stenen moneelen en de tekening opgemaakt in loodlijnen. Soms worden dikke
glazen kleurdalen gekapt en dan van de eerste maal in het beton geplaatst, zo
bekomt men glas in beton. Twee oorlogen in de streek hebben veel mooi glas
gebroken. Gelukkig is er zeer veel hersteld. Vooral glas in lood met grisaille
tekeningen en schaduwen er in gebakken, kost veel geld omwille van het immense
handenwerk.
-
- Kartons maken, glas snijden en breken, lood van
allerlei soorten plooien, het opmastieken, de koperen roeden en bronzen
liggers, de stenen moneelen aanbrengen en het oppoetsen vereist veel vakkennis
en kost aldus veel uurloon
- Er is in alle stijlen en gengres veel mooi werk
gemaakt. Je kan lezen wie er in de ramen van het koor staat. Ook worden soms de
sacramenten, de geboden, de geloofswaardigheden uitgebeeld. Men zei dat de
vensters van sommige kerken een hele catechismus waren. Wat zeker fijn bedacht
was, de mensen waren onder de indruk en konden immers niet lezen.
- De kerk (basiliek) van Dadizele heeft zulke mooie,
kostbare vensters dat geen enkel verzekeringsmaatschappij ze wil verzekeren.
- Toen men de kerk begon te bouwen zou er sprake geweest
zijn om de kerk te vergroten maar dit werd door het Ministerie van
staatshuishoudkundige zaken tegen gehouden;
De
kerk in de meidagen 1940 
- Vijftien jaar nadat de kerk volledig heropgebouwd was,
werd ze weer deel verwoest door het oorlogsgeweld.
- Op vrijdag 24 mei 1940 sloegen de eerste granaten in
op het dorp en doodden een man op de koer van de herberg “In Japan”.
- Het schieten bleef onophoudelijk doorgaan tot
zondag 26 mei. De gebruikte obussen waren gevaarlijker dan deze van WO I. Bij
het aanraken van de grond splitsten ze in kleine ijzerstukjes die tot ver in
het ronde dood en vernieling zaaiden.
- In de nacht van zaterdag 25 op 26 mei was vooral de
kerk het mikpunt van het artillerievuur. In het dak gaapten vijf grote
openingen, het kapwerk en gewelf was volledig doorboord. Het noordelijk
hoektorentje viel naar beneden. De kostbare brandvensters en alle andere
vensters waren vernield. Ook de meubels en vooral het orgel was zwaar
beschadigd.
-
- Pastoor Rabaey wilde zijn kerk zo vlug mogelijk
hersteld zien. Hij leende bij een twintigtal parochianen en al op 8 juli begon
men aan de herstellingswerken. Omer Bouckenooghe deed het metselwerk en André
Vandelanoote deed al het houtwerk. Het orgel dat altijd in de noordelijke
zijbeuk had gestaan werd nu verplaatst naar de middenbeuk.
J. Desmet, opvolger van S. Coucke, maakte de nieuwe
brandvensters. Ze werden echter pas na de oorlog teruggeplaatst. De totale
kosten van de herstelling bedroegen 216.114 bef.
(Bron:
Maes Jozef & Oswald / Hauspie André / Vermeulen Joris)
-